Zo zorg je voor een vlekkeloze introductie tussen jouw kat en hond
‘Als kat en hond’. Iedereen kent deze uitspraak wel. Het is geen geheim dat katten en honden vaak niet (goed) overeen komen. Maar hoe komt dat?
Allereerst vertonen ze soms lichaamstaal die haaks tegenover elkaar staan. Neem nu bijvoorbeeld het kwispelen van de staart bij een blije hond*. Een kat die ‘kwispelt’ (het snel over en weer gaan van de staart) wijst op irritatie. De communicatie tussen beide diersoorten verloopt dus helemaal anders. Ze begrijpen elkaar dikwijls verkeerd omdat ze een andere taal spreken.
Een tweede belangrijke reden is het jachtinstinct bij honden, en het vluchtgedrag bij katten. Een kat zal liever een confrontatie uit de weg gaan en slaat bij gevaar op de vlucht. Dat triggert dan weer het jachtinstinct bij de hond die de kat gaat zien als een prooi waar hij achteraan kan gaan.
*Ik onderlijn het woord ‘blij’ omdat het een misvatting is dat een kwispelende hond altijd blij is. Maar in dit voorbeeld gaan we uit van een hond die kwispelt omdat hij blij is. Meer informatie vind je hier .
Hoe introduceer je kat en hond aan elkaar
Hieronder vind je enkele tips hoe je de introductie tussen kat en hond in goede banen kan leiden. Het is natuurlijk heel belangrijk dat je rekening houdt met het karakter van elk individu. Of het nu gaat om een mens, kat, hond of een ander dier.
Ook ervaringen uit het verleden spelen hierbij een belangrijke rol. Heeft de kat een nare ervaring gehad met een hond? Dan zal er wellicht meer tijd nodig zijn om de introductie goed te laten verlopen. Dat brengt ons meteen bij het volgende puntje.
Neem je tijd
Een introductie vraagt vaak tijd. Hoe trager en hoe meer je op maat van de dieren werkt, hoe succesvoller de introductie zal zijn. Meestal bepaalt de kat het tempo van de introductie, omdat die wellicht meer tijd zal nodig hebben om zich aan te passen.
Katten en veranderingen/onvoorspelbaarheden zijn dikwijls geen goede match. Werk steeds stapsgewijs en bouw de introductie langzaam op. Merk je dat de volgende stap niet goed gaat? Ga dan een stapje terug.
Een veilige omgeving
Zorg dat je kat beschikt over een veilige omgeving (aparte ruimte) waar ze zich goed voelt en alles nodig heeft dat haar hartje verlangt. Dat gaat van eten en drinken (niet naast elkaar zetten!) tot een kattenbak en speelgoed. Zorg ervoor dat ze zich comfortabel voelt in deze ruimte en dat ze hier graag vertoeft (dus sluit haar hier niet tegen haar zin op).
Verwen je kat hier met iets lekkers en las speelmomenten in zodat ze deze ruimte als een aangename plek gaat ervaren. In deze ruimte kan je kat zich terugtrekken. Hier kan de hond (in de eerste periode) niet komen.
Geuruitwisseling
Nog voordat de kat en de hond elkaar gezien hebben, is het belangrijk dat ze elkaars geur hebben opgenomen. Laat ze bijvoorbeeld snuffelen aan elkaars dekentje waarop ze hebben geslapen. Je kan deze ervaring aangenamer maken door ze te belonen (met spel of iets lekkers) wanneer ze zich rustig en stabiel gedragen wanneer ze elkaars geur opnemen.
Elkaar zien
Wanneer kat en hond elkaar voor de eerste keer zien is het belangrijk dat ze nog niet losgelaten worden. Je kan bijvoorbeeld de hond aanlijnen en de kat in een transportmand zetten. Zet de kat steeds op een hoge, veilige plaats. Vergeet niet te belonen wanneer beide partijen zich goed gedragen!
Nadien kan je de kat loslaten om te kijken hoe ze reageert. Is ze nieuwsgierig? Of trekt ze zich terug? Zie je veel stresssignalen of angst? Gebruik dan de veilige ruimte en probeer het later opnieuw. Ongehaast en stapsgewijs opbouwen (op maat van de dieren) is de sleutel.
Loslaten
Verloopt alles naar wens en zijn beide dieren rustig? Dan kan je hen loslaten. Zorg ervoor dat de kat hoog zit voordat je de hond loslaat. Fok de dieren niet op. Zorg er bijvoorbeeld voor dat je hond net een lange wandeling heeft gemaakt zodat zijn energieniveau minder hoog is. Alweer beloon je beide dieren bij goed en rustig gedrag en straf je niet.
Zorg er ook steeds voor dat beide dieren een vluchtroute ter beschikking hebben en ze elkaar niet kunnen blokkeren.
Geef hen in dezelfde ruimte eten. Eerst op een afstand van elkaar. Verklein de afstand naarmate je ziet dat het goed gaat. Het eten geeft een positieve associatie met het in de buurt zijn van elkaar.
Belangrijk is dat je steeds toezicht houdt en grijp in wanneer dat nodig is. Pas wanneer de dieren volledig aan elkaar gewend zijn kan je hen alleen laten met elkaar.
Hulpmiddeltjes
Je kan gebruik maken van feromonen als hulpmiddeltje. Deze producten zijn soortgebonden en zorgen voor een geruststellend effect. Zo heb je het product Adaptil voor honden en Feliway (Friends) voor katten.